Agenda activiteit

De Mahabharata en Bhagavad Gita

  Begint op 27 oktober 2023 om 18:30

Eindigt op 22:00

De Mahabharata
Mahabharata is de meest omvangrijke oude literaire schat die de mensheid ooit heeft voortgebracht.
Een belangrijk onderdeel van de Mahabharata is de Bhagavad Gita.

De Bhagavad Gita of 'Lied van de Heer'
Dit is een oude Sanskriet-tekst die enkele van de krachtigste leringen in de beoefening van yoga bevat.
Het is een spirituele tekst die tijdloze leringen en advies biedt over wat onze ware aard en doel in het leven is.
Het doel van de Bhagavad Gita is niet om een
handleiding te geven over yogahoudingen of ademhalingsoefeningen,
maar om hogere concepten uit te leggen, zoals de aard van het menselijk bestaan, hoe een zinvol leven te leiden,
het belang van spiritueel zoeken en de vele wegen van kennis.

Wat is de Bhagavad Gita?
De Bhagavad Gita is de beroemde spirituele tekst van India. Samengesteld uit 700 Sanskriet verzen, werd de Bhagavad Gita in de derde of vierde eeuw voor Christus geschreven als onderdeel van de epische tekst, de Mahabharata. 

Zoals in vele culturen zijn de oude heilige geschriften bedoeld als handleiding, inspiratiebron en steun op het pad van de menselijke ontwikkeling. De Bhagavad Gita, is een dialoog tussen Arjuna en Krishna.

Het vertelt het verhaal van de strijd tussen twee takken van een Indiase familie.
Aan de ene kant de oudere tak, de Kauravas en aan de andere kant de jongere tak de Pandavas.
Zij strijden om de troon van het koninkrijk Hastinapura.
Krishna ondersteunt hier door middel van de Bhagavad Gita om bewustwording en inzicht te krijgen in de levenslessen, die voor ieder persoon, in elk tijdspanne nog steeds gelden. 

Dharma
Dharma is een Sanskriet woord dat je in vele stromingen tegenkomt. Oorspronkelijk betekent het handhaven of plicht. Beter vertaald is dat wat gedaan moet worden.

De Dharma van de zon is om te schijnen, de Dharma van de rivier is om te stromen

De Dharma van de mens is om de plicht te vervullen die voortvloeit uit zijn/haar eigen aard (Svadharma)

De Bhagavad GIta nodigt ertoe uit om ons Svadharma te ontdekken en vol moed ernaar te leven.

Het woord Gita betekent Lied, Bhagavad Gita het lied van de verhevene. Het nodigt uit om bewust te zijn en te begrijpen dat ons leven een melodie heeft. Het gaat dan ook over het vieren van mijn Dharma.

 

In het eerste deel word je voorgesteld aan verschillende persoonlijkheden, die allerlei aspecten van ons zelf vertegenwoordigen. Zo wel de goede als de slechte.

Personen zoals de onsterflijke en onoverwinnelijke Bhisma. Arjuna’s grootvader en persoonlijke leraar Dronacharya. Bhisma en Drona vertegenwoordigen de meest edele aspecten van gehechtheid en trots die ons in het leven leiden en beschermen. Door hun betrokkenheid met Duryodhana raken ze echter de verbinding met hun goede intenties en hun innerlijke Zelf kwijt.

Duryodhana vertegenwoordigt de negatieve eigenschappen die we in onszelf naar boven brengen. Hij leeft ook in ons en als die naar boven komt, is het vooral te herkennen in: haat, hebzucht, afgunst en bovenal angst.

In het tweede deel, als de veldslag van start gaat, geeft Arjuna, als de dialoog met Krishna net van start is gegaan, aan dat hij niet meer weet wat hij moet doen: ‘Mijn eigen natuur (Svabhâva) is verduisterd door zelfmedelijden; ik ben verward en weet niet meer wat mijn plicht (Dharma) is. Onderricht mij, bid ik U’ (vers 2.7). Deze constatering en vraag van Arjuna vormen de opening van het onderricht dat Krishna hem, en ons, gaat geven.

Arjuna, een prins en machtige krijger, staat midden op het slagveld van een oorlog die op het punt staat van uitbreken. Plotseling is hij hevig in conflict met zichzelf. Aan de ene kant heeft hij als krijger de plicht om te vechten en dharma in zijn rijk te handhaven, aan de andere kant heeft hij een grote liefde voor al zijn familieleden, die door familiaire twist aan beide zijden van deze oorlog verzeild zijn geraakt. Hij weet niet meer wat juist is om te doen. Vechten betekent dat een groot deel van zijn familie zal omkomen, maar vluchten betekent dat zijn rijk, en daarmee ook dharma, ten onder zal gaan. Arjuna wordt moedeloos en vraagt zich af waar het nu eigenlijk om draait in het leven. Alles waar hij voor leefde, staat op het punt om vernietigd te worden. Hoe zal er ooit een einde komen aan het immense verdriet dat hij nu ervaart?

Voor het eerst in zijn leven wordt hij overmand door angsten wanhoop. Dit gevoel kan overeenkomen als we voor het eerst de confrontatie met ons zelf aangaan. Als we voor het eerst die aspecten die ons zo dierbaar zijn, onze gehechtheid aan gewoonte, verlangens en ambitie onder ogen moeten zien om ons ware zelf te kunnen ontdekken. 

Het is veel gemakkelijker om terug te gaan naar ons oude vertrouwde leven. Hoewel onbevredigend, was het in ieder geval comfortabel.

Arjuna spiegelt ons alle gevoelens voor die we tegen kunnen komen. Zo laat de Bhagavad Gita een manier zien hoe we als mens boven de verwarring van de verschillende emoties uit kunnen stijgen. Emoties zoals eenzaamheid, wanhoop, verdriet en het voortdurend lijden dat gehechtheid en gebondenheid met zich meebrengt.

Krishna heeft tot nu toe nog geen woord gezegd en is het toonbeeld van geduld en verdraagzaamheid. Rustig luistert hij naar Arjuna’s weldoordachte argumenten om zich terug te trekken.

‘Ik wil geen overwinning, o Krishna, noch een koninkrijk  
noch genoegens. Wat is het nut van een koninkrijk of genoegens of zelfs van het leven?’
 
Hij denkt nu dat het beter is om zijn leven als krijger de rug toe te keren en zich terug te trekken in het bos om op deze wijze woorden te contempleren. Met andere woorden, hij denkt aan een monnikenleven, Sannya
sa. Hij ondervraagt Krishna hierover. 

Krishna zegt echter dat als iemands leven gedomineerd wordt door voorkeur en afkeer, Sannyasa niet haalbaar is. Voor iemand als Arjuna is het beter om een leven van karmayoga te leiden, wat een voorbereiding is voor zelfkennis.

Het pad van handelen

Hij die vreugde vindt in het Zelf op zich, bevrediging vindt in het Zelf en zich in het centrum van het Zelf bevindt, hoeft niet meer te handelen.

Als Arjuna twijfelt of hij wel moet handelen verzekert Krishna hem dat het afzien van handelen hem niet vrij zal maken. Het geheim van het handelen is te handelen zonder gehechtheid of verlangen naar persoonlijk gewin of verwachting. Het geheim van het handelen ligt in onze geesteshouding en niet in het handelen zelf. We kunnen zo diep verbonden zijn met onze innerlijke bron van Liefde dat alles wat we doen uit Liefde voortkomt. Wij bedenken niet dat we iets gaan doen, maar zijn ons helder gewaar dat er iets in ons is dat handelt. Hij/zij handelt, maar slaat zijn handelen onaangedaan waar.

 

Nadat Arjuna heeft gehoord over de ware aard van de ziel en de vrijheid van het eeuwige, twijfelt hij nog of hij moet handelen.

Krishna zegt: “Handelen is noodzakelijk, zowel voor hen die de hoogste waarheid gerealiseerd hebben als voor hen die hiernaar streven. Je plicht doen is veel beter dan niets doenAls je handelingen onbaatzuchtig zijn, bevind jij je op één lijn met de diepste kern van de schepping."

Iedereen handelt overeenkomstig zijn eigen aard, dus waarom zou je proberen anders te zijn?

Belangeloos handelen zuivert de geest en kalmeert de zinnen.

Uiteindelijk zijn we dan in staat ons met het ware Zelf te verenigen.

Krishna stelt dat er meer dan één manier is om vrijheid te verkrijgen in het handelen. Allereerst om als toeschouwer ons handelen te bekijken, maar handelen vanuit toewijding zonder gehecht te zijn aan het resultaat is het zekerste pad naar vrijheid.

We zijn ons dan bewust van het zien, horen, voelen en bewegen, maar worden hier niet door beïnvloed.


Hij wiens geest volledig opgaat in de Allerhoogste, die volledig gericht is op Dat, voor wie Dat de grondslag is van alles, die Dat als het allerhoogste beschouwt, zal vrij worden.

Hari Ohm Tat Sat